Via Khon Kaen naar Rain Forest Resort

Zondagochtend vertrokken we uit Phimai en bezochten daar vlakbij nog de heilige Banyon Tree, meer dan 3 eeuwen oud. Deze excursie hadden we om kwart voor negen dus al gehad. Daarna naar Ban Prasat, waar we opgravingen bekeken, sommige van 1000 voor Chr. Verder over een vrij rechte en saaie Highway 2 richting Khon Kaen. Langs de weg meest droge Sawahs, herders met (zeer) magere koeien en verkoop van van alles en nog wat. De combinatie van snelweg en lokaal langzaam tot zeer langzaam verkeer blijft verbazen. Na de middag gaan we van de highway af, de weg blijft goed, alleen tweebaans, lastig is dat de meeste borden geen Engelse onderschriften hebben, wel af en toe een wegnummer. We kijken onze ogen uit als in een groot OpenLuchtmuseum. Ook komen we nog Turtle Village tegen, een soort dierentuintje met wat schildpadden en kippen, schoolmeisjes geven ons een rondleiding. Tegen 15 uur komen we in Khon Kaen aan, halen koffie bij de "7 eleven" en drinken die langs de oever van het meer. Daarna zoeken we een hotel, Het eerste van ons lijstje (Sawasdee hotel)heeft plaats dus daar blijven we meteen, opnieuw "low budget", nu met dekens en lakens.
De deur blijkt hergebruikt, het kamernummer is 407, maar aan de binnenkant van de deur is, al overgeschilderd, nog wel 210 zichtbaar. We drinken een biertje in de Beer Garden (Heineken wordt daar extra koud geserveerd, dat blijkt "on the rocks" te zijn, brr, wij houden het bij Singha)en eten Steak, gek gezicht hoor: Thais met spijkerbroek en cowboyhoeden...
Maandagochtend is er geen ontbijt in het hotel, we kopen en eten wat op straat.
Daarna op pad, de stad weer uit, nu over Highway 12 in westelijke richting. Een openlucht veemarkt is in volle gang langs die snelweg. Het eerste half uur erg druk op de weg, daarna wordt het stiller. Om 9 uur zien we schoolkinderen in het gelid, die moeten maandagochtend immers het volkslied zingen, in het geel gekleed. Gaandeweg verandert het landschap, veel bergachtiger, we klimmen en dalen stevig, percentages worden niet aangegeven, maar verder is het wel duidelijk, nu na een paar dagen laat de weg zich aardig "lezen", qua belijning, bebording en overig verkeer.
De omgeving is nu ook veel groener, suikerriet, kokosplantages etc.. Koeien zijn nog net zo mager. We gaan van de weg af in de richting van de Chulaborn stuwdam. Onderweg komen we langs een Wildlife breeding facility. Daar worden verweesde wilde dieren zoals beren, apen etc opgevangen. Er worden ook diverse vogelsoorten gekweekt om weer in het wild uitgezet te worden, we zie pauwen en fazanten en diverse andere soorten, bij ons minder bekend. Bij de stuwdam gelunchd, we twijfelen over het vervolg van de route, maar de diverse Thai waar we navraag proberen te doen levert niets op, na veel moeite komt alleen het woordje "left" eruit. Dat doen we dus maar, maakt uiteindelijk niet uit, we komen wel waar we wezen willen. We zien veel bordjes die waarschuwen voor "Elephant crossing", maar er zijn veel meer bordjes dan olifanten. Na nog veel meer bergen komen we eind van de middag aan in het "Rain Forest Resort"( www.rainforestthailand.com ), vrijwel aan de highway, maar verscholen, heel leuke bungalowtjes in echt tropisch bos. De "oma" van het resort spreekt goed Engels, wel handig voor een keertje. We wandelen naar de dichtbij gelegen waterval, niet echt veel water, maar er wordt wel met rubber banden in gespeeld, het schijnt dat je hier in de regentijd echt kunt raften. Bij het diner eet Kees een hele gefrituurde Slangenkopvis, heerlijk, Reina houdt het bij gefrituurde kip, met morning glory vegetables en rijst natuurlijk.